Eerste stappen

Na mijn eerste hulpvraag (in mijn leven) verwees de Praktijk Ondersteuner van mijn Huisarts me door naar de De Praktijk voor Psychologie te Deurne voor een analyse/diagnose. Aldaar werd ik geconfronteerd met een paar standaardtestjes achter een beeldscherm. Een stageloper zat erbij maar als ik een vraag had over een vraag wilde of kon deze me niet verder helpen. “Kies maar wat je het beste lijkt.“. Ik herinner me nog de vraag: “Droom je er wel eens over rijkdom, beroemdheid of erkenning? JA/NEE “. Voor mij waren dat 3 vragen. Het liefst zou ik NEE/NEE/JA geantwoord hebben maar die optie was er niet. Ook verschillende vragen gingen mijns inziens in de richting van paranoia: “Heb je het idee dat de overheid je tegenwerkt? JA/NEE“. Tja, ik had niet het idee … dat was destijds werkelijk zo; bewijzen te over (maar misschien daarover later meer). Er volgden meer van soortgelijke vragen. De stageloper kon me niet helpen.

Na deze standaard dingetjes volgde één gesprek met een Psychiater: “Je hebt wat verschijnselen van paranoia. Ben je vaak bang? “. Bang? Ik bang? Ik was voor niets of niemand bang. Ik vertelde haar over mijn ervaring met de vragen en het feit dat ik daarover vragen heb gesteld aan de stageloper. Ze herhaalde de vraag: “Heb je het idee dat de overheid je actief tegenwerkt?“. Ik vertelde haar mijn belevenissen met politie, justitie, gemeente, fiscus, alles naar aanleiding van mijn lidmaatschap van een MotorClub. Openlijke tegenwerking van onze overheid uitsluitend op basis van het OMG-beleid. Ze geloofde er blijkbaar niets van. Ik vertelde haar over de vele staande- en aanhoudingen. Over ééntje ging ik in detail, om het met een voorbeeld duidelijk te maken. Ze concludeerde vrij makkelijk een “autoriteitsprobleem“. Ik was het daar hartgrondig mee oneens: Als een agent duidelijk buiten zijn boekje gaat en ik hem daar op aanspreek heb NIET IK een “autoriteitsprobleem” maar de agent. Het is tenslotte de agent die lak heeft aan regels en richtlijnen. Voor mij was dat helder. Voor haar niet. Het feit dat ik keer op keer in mijn gelijk wordt gesteld door een klachtencommissie spreekt boekdelen.

Een diagnose op papier kreeg ik niet. Die ging naar de huisarts. Wel mondeling: persoonlijkheidsstoornissen waaronder antisociaal, narcisme en paranoia (pas maanden later kreeg ik deze rapportage van mijn huisarts). Ik had hier geen goed gevoel bij en melde dat ook terug bij de Praktijk Ondersteuner. En nou? We wisten het even niet. Hoe gaan we verder? Geen idee. Uiteindelijk werd ik doorverwezen naar het GGZ. Wellicht het volgende deel van mijn serie “Diagnose”.

Dit bericht is geplaatst in Diagnose. Bookmark de permalink.