Ome Jan de Rooy

Eind tachtiger jaren stapte ik over naar De Rooy Transport vanwege zijn beroemde “40-uren-dienst”. Het concept was dat 2 chauffeurs 1 auto deelden en een van zondagavond tot woensdagmiddag en de ander van woensdagavond tot zaterdagmiddag een lijndienst reden naar Italië of Zweden. Een redelijk salaris en toch tijd voor mijn jonge gezin. Het leek me ideaal en voor een tijdje was het dat ook.

Op een bepaald moment vroeg men of ik op woensdag nog een keer terug wilde. Er was een tekort aan chauffeurs. Ondanks dat ik dat niet elke week wilde doen stemde ik daar een aantal keer mee in. Had ik ook een extra centje, toch? Echter bleek al snel dat je niet 2 keer 40 uur = 80 uur betaald kreeg maar dat er 10 uur per week “verdwenen” op de salarisstrook. Vreemd want je maakte die 40 uren per rit ook. Ik keek het een paar weken aan en op de daaropvolgende salarisstrook bleek hetzelfde.

Ik trok de stoute schoenen aan en toog naar het kantoor van Jac Lemmers. Onder mijn arm alle kopieën van dagstaten, kopieën van tachoschijven, urenberekeningen en een rood CAO-boekje. Ik vroeg de toenmalige bedrijfsleider om opheldering. Heel demonstratief pakte hij het rode boekje dat ik op mijn stapel op zijn bureau had gelegd, gooide het de hoek van zijn kantoor in en zei: “Hier hebben we al helemaal niks mee te maken hier“.

Mijn verwondering totaal negerend praatte hij door: “Ik leg je dit één keer uit: Er werken hier zo’n 800 chauffeurs; hiervan houd de helft zijn uren niet bij. Van die 50 op de 100 die dat wel doen durven er 30 dit kantoor niet binnen te komen; van de overgebleven 20 zijn er hooguit 5 die alles bijgehouden hebben en voldoende bewijzen hebben bewaard voor een zaak; daarvan haken er 3 af na dit verhaal; die laatste 2 flikker ik buiten; dat is me geld waard. “. Mijn verwondering nog niet geheel te boven antwoordde ik: “Voor je zit een van die 2. Maar als jij er zo over denkt wil ik al helemaal niet meer voor je werken. Op dit lijstje staat precies wat je me bruto nog moet betalen. Als ik dat in handen heb hoef je me niet te ontslaan maar stap ik zelf op.“.

3 kwartier later stapte ik, aan de overkant van de straat, binnen bij Priems Transport maar wel met ruim 800 gulden in mijn zak die Lemmers persoonlijk uit de kluis haalde en aan me had gegeven. “Ik zoek een baan als chauffeur.”. Aangenomen.

Toen vroeg ik me af waarom andere chauffeurs dit wel pikten. Waarom zij niet reclameerden. Inmiddels weet ik dat niet zij maar ik van de norm afwijk. Ik ben anders. Ik hou alle kopieën bij. Ik reken de uren uit waar ik recht op heb. Ik WEET waar ik recht op heb want ik heb dat uitgezocht. Ik laat me niet op mijn kop zitten en ja, IK ga naar de rechter voor mijn centjes. Maar IK ben de autist; ik ben de uitzondering.

Dit bericht is geplaatst in Conflict. Bookmark de permalink.