Hoe verder

Ik probeer al jaren uit mijn AutiBurnout te komen maar (zo ervaar ik het) val telkens weer terug. Perioden met wat meer energie die ik vervolgens probeer te verdelen over leuke dingen, afleiding en zaken die gedaan moeten worden worden afgewisseld met perioden waarin ik werkelijk niets uit mijn vingers krijg. Te moe om in de morgen op te staan en te moe om ‘s-avonds naar bed te gaan en zo’n beetje alles er tussenin.

Bij autisme heeft men het vaak over overprikkeling maar ik herkende dat niet echt. Over het algemeen kan ik goed tegen onverwachte dingen en anticipeer daar goed op. Maar als ik diep zit kan ik er niet eens meer tegen als iemand een filmpje met geluid kijkt op zijn telefoon als ik een docu zit te kijken. Ik ontplof dan van binnen maar realiseer me ook dat ik niet mijn hele omgeving kan controleren. Ik zet de docu maar gewoon af en ga weg. Trek me terug.

Zoals ik al vertelde in mijn vorige blog probeer ik sinds eind vorig jaar weer hulp te vinden. Tevergeefs want de GGZ – Specialisatie Autisme heeft niet eens meer een (lange) wachtlijst maar domweg een STOP. Er is dus ook geen “wrakhout” meer om aan vast te klampen en het wordt steeds moeilijker om het hoofd boven te houden.

Als dan ook nog, in mijn directe omgeving, mijn hulp nodig is gaat de automatische piloot weer aan en zet ik mijn eigen issues aan de kant, wel wetende dat deze als een boemerang keihard terugkomen. Sanne ( Een Beetje Bijzonder ) beschrijft dat je hierdoor zelfs suïcidale gedachten krijgt en dat klopt. Maar zolang mijn directe omgeving me zo nodig heeft is dat zelfs geen optie. Ik MOET door, ondanks de vermoeidheid, ondanks de pijn, ondanks de uitzichtloosheid.

Ondertussen hoop ik, bid ik, smeek ik en schreeuw ik het soms uit maar mijn omgeving ziet het niet. Op een of andere manier ben ik die onbeweeglijke betonblok waar iedereen zich aan vast kan houden, op kan leunen en kan gebruiken. Maar niemand ziet hoe de betonrot, van binnenuit alles wegvreet. Wanneer stort die in? Want volgens mij is de vraag allang niet meer OF maar WANNEER.

Weergaven: 22

Dit bericht is geplaatst in Diagnose. Bookmark de permalink.

Geef een reactie